Artikel in "Storm SS", ungez. [1]
5.6.1942
Donker Liechtenstein
Een klein land met een groot probleem
Als een miniatuur-driehoek van 159 vierkanten kilometer, weggedrukt tusschen het Grootduitsche Rijk en Zwitserland, ergens op dertig kilometer ten zuiden van het Bodenmeer, een splinter temidden van de groote staatkundige vlakken van Europa – zóó ligt het vorstendom Liechtenstein.
"Mogendheden" van deze soort zijn in onzen tijd van samenhangende, op uitwisseling van krachten afgestemde levensruimten anachronismen geworden. Het zijn resten van een feodaal verleden. De eerste maanden van den huidigen oorlog hebben de vermeende zelfstandigheid van enkele dezer aardrijkskundige curiositeiten reeds aan het ideaal van een groot ordeningswerk ten offer gebracht. Luxemburg, de "reus" onder de dwergstaatjes, vond met Moresnet [2] den weg naar het Grootduitsche rijk, waarin het organisch en historisch behoort. De wonderlijke koeherders-mogendheid Andorra in de Pyreneeën verdween eveneens als staatkundige zelfstandigheid.
Sindsdien leven in het Europeesche bestel als Gulliver onder de reuzen van Brobdignak nog de vorstendommen Monaco en Liechtenstein. Na San Marino en Monaco is Liechtenstein de kleinste staat van Europa en wat het getal inwoners betreft, zou men tachtig Liechtenstein's in Amsterdam, zestien Liechtenstein's in Utrecht en nog altijd een heel Liechtenstein in Lutjebroek kunnen onderbrengen. Maar dat neemt niet weg, dat dit kleine Liechtenstein een groot en ernstig probleem heeft.
Liechtenstein's Jodenkwestie
Dat probleem is het jodenvraagstuk.
Liechtenstein's tienduizend inwoners leven van landbouw, wijnbouw en veeteelt, van aardewerk- en leerindustrie, van katoenspinnerij en weverij. Katoen valt er niet veel meer te spinnen en te weven, sinds de oorlog den invoer van ruwe katoen belemmerde. En ook de overige bedrijven zijn niet zoo winstgevend, dat ze op de zonen van het Oude Volk bijzondere aantrekkingskracht kunnen uitoefenen. Maar het vorstendom bezit andere voordeelen. En het heeft dan ook zijn goede (beter: zijn kwade) reden, dat bepaaldelijk de namen Bachenheimer, Laucheimer, Ehlgard, Baer, Obersohn, Sommer, Lämmle, Schiftan, Alexander, Baum, Tausk, Grünthal en Wollenberger [3] in het kleine land zoo groote aandacht trekken. De dragers van die namen, enkele van de vele, die tezamen Liechtenstein's jodenvraagstuk vormen, maken namelijk op hun wijze "gebruik" van de omstandigheid, dat Liechtenstein een onafhankeliike staat is.
De voordeelen voor de bedrijvigheid der politiseerende joden in Liechtenstein worden nog versterkt door de omstandigheid, dat het een diplomatiek vergeten en politiek weinig geschoolde hoek van het Alpengebied is. Elders (men denke bijvoorbeeld aan Zwitserland en Zweden) maanden de risico's van internationale wroetmethoden tot zekere voorzichtigheid en niet zelden tot zekere beperking door de overheid. Liechtenstein echter speelt geen opvallende rol óp het diplomatieke wereldtooneel. En daarvan maken de joodsche inwoners, emigranten voor een deel uit het voormalige Oostenrijk, terdege gebruik. Zij genieten tegelijkertijd de bescherming van het "neutrale" gebied en de voordeelen van een niet al te streng toeziend staatsbestuur.
Tegen de As-mogendheden
Waarop de bedrijvigheid van deze joden gericht is, spreekt welhaast vanzelf: op het schaden van de oorlogvoering en de positie der As-mogendheden.
In Liechtenstein wint sinds eenigen tijd de Volksduitsche beweging geweldig aan aanhang en activiteit. En aan de waakzaamheid van de Liechtensteinsche Volksduitschers is het te danken, dat thans de rol der joden in het kleine en voorheen alleen maar "curieuze" vorstendom thans in het licht der openbaarheid komt en daardoor al voor een goed deel onschadelijk is gemaakt.
Vanzelfsprekend behoort tot de natuurlijke taak van de joden in Liechtenstein het onderhouden van de fluisterpropaganda, zooals andere en minder kleine landen zich die uit een nog niet zoo heel ver verleden herinneren. Op het wereldgebeuren kan het bezwaarlijk invloed uitoefenen, tot welke dwaze opinies de tienduizend bewoners van het miniatuurvorstendom zich zouden laten opwinden. Maar belangrijker is het, dat Liechtenstein ook een spionnage- en berichtencentrale blijkt te zijn.
De eenige spoorweg, die over het gebied van het vorstendom loopt, gaat van Duitsch naar Zwitsersch gebied. Hij valt onder het beheer van de Deutsche Reichsbahn. De joden van Liechtenstein hebben blijkens de resultaten van een contrôle op hun gedragingen groote belangstelling voor alles wat er omgaat op die lijn. Zij controleeren op de minuut alle transporten, die langs deze lijn passeeren en hebben op onderscheiden punten posten opgesteld, die het aantal wagens en den inhoud yan goederentreinen nagaan. Alles, wat uit Duitschland komt, maar ook alles wat in Liechtenstein zelf naar het oordeel van deze heeren de moeite waard is, vindt zijn weerspiegeling in de "informatie", die naar de overzijde van het Kanaal verhuist.
Oplossing gevraagd
Het staat thans reeds vast, dat een deel van alle vervalschte berichten over de beweerde wantoestanden in het Duitsche rijk uit de "welingelichte" bronnen van Liechtenstein stammen.
Dat feit heeft onder een groot deel van de bevolking groeiende onrust verwekt. Het zal. echter nog méér moeten doen: motieven leveren tot een oplossing. In die richting stuurt de Volksduitsche beweging, die er aan herinnerde, dat zelfs Zwitserland een bescheiden vorm van jodenwetgeving kent, aangezien het joodsche immigranten in kampen tezamenbracht en daar voor hun levensonderhoud liet werken. [4] Liechtenstein kent zelfs dit eerste begin van een oplossing niet. Landdag en regeering werden sindsdien op het kwaad gewezen.
Wat de joden van Liechtenstein met onruststoken en spionneeren kunnen bereiken, legt nauwelijks veel meer gewicht in de schaal dan het vorstendom als zoodanig in de staatkundige ordening van Europa. Maar deze joodsche activiteit is typeerend en symptomatisch. Ze bewijst, dat zelfs een kleine en geïsoleerde schuilhoek, die ingeklemd ligt tusschen groote mogendheden, een haard van vijandschap en tegenwerking worden kan - ja: dat zulk een schuilhoek met stelligheid ook een broeinest van anti-Germaansche propaganda wordt, wanneer Israël er de kans toe krijgt.
Op den 3en Mei vierde Liechtenstein het zeshonderdjarig bestaan. Bij die gelegenheid trad het wat duidelijker dan gewoonlijk in het koor der Europeesche landen naar voren, al was het dan slechts in "gezellige" herdenkings-artikeltjes. De activeering van deze belangstelling kan voor de rust van het Europeesche continent een blijvend resultaat hebben, wanneer ze er toe bijdraagt, het jodenvraagstuk van Liechtenstein in te schakelen in het jodenvraagstuk van Europa en tezamen daarmee tot duurzame oplossing te brengen.